The Rhu-Barb story (NL)

Groningen – Holland 1983 – 1988

Dit is het verhaal van het Rhu-barb trio. Een obscure tachtiger jaren band die new wave muziek maakte in een operatiekamer van het oude RKZ; een gekraakt ziekenhuiscomplex in Groningen.

Tjook: Vocals, guitar, lyrics and music, Titus Smid on base and Dick Boshoff on drums
Tjook: zang, gitaar, text en compositie. Titus Smid op bas and Dick Boshoff op slagverk.

“Jammer dat niemand wist dat we bestonden!” Dick Boshoff – drummer                       

Hoe het begon

Tjook: “Ik denk dat het in 1982 moet zijn geweest dat ik mijn allereerste band Qua Dance (1981-84) verliet als een gitarist /songwriter. Om eerlijk te zijn was dit niet geheel vrijwillig, maar ik wilde doorgaan met muziek en begon samen te spelen met Dick Boshoff, een studiegenoot op kunstacademie Minerva, die al snel ook mijn beste vriend werd.”

Dick: “Rond 1983 begonnen we met het opnemen van instrumentale ideeën in mijn kamer aan de Marktstraat. We hadden een tweedehands drumstel, een stratocaster en een viool. We kochten een oude grote bandrecorder van de conciërge van de Minerva-kunstacademie. De academie was dat jaar net verhuisd naar een gloednieuw gebouw aan het Zuiderdiep. We gebruikten de bandrecorder voor ‘sound on sound reverb coil recording’. Zo kreeg mijn zolderkamer de akoestiek van een kathedraal met Tjooks typische gitaar flanger geluid en mijn drums als een groots ‘geluidsdronken’ tweemans orkest.”

“Dat gitaargeluid van Tjook vind ik trouwens uniek voor hem. Het geluid onderscheide zich van elke andere gitarist. Het had iets onheilspellends, iets broeierigs en onherbergzaams. Een gevoel dat van binnen zat en dat er uit moest.”

Lizards in the Sun – Rhu-Barb

“Ik herinner me dat ik op een dag Tjook bezocht, en dat hij zijn hele kamer en meubilair grijs en zwart had geschilderd. Zijn scheerkwast, de peper- en zoutvat en zelfs de theekopjes moesten eraan geloven.”

Tjook ” ja, ik herinner me die zolderkamer van Dick, waar we voor het eerst samen speelden, noch goed. Te meer, omdat Dick samenwoonde met een een haas die hij hield in een grote ruime kooi onder zijn bed. Het was een mooi dier, fijn kort haar, bijna fluweelachtig. Maar ‘Bulldozer’, zoals Dick hem noemde, hield geloof ik niet echt van mij, en wat dat betreft niet van mensen in het algemeen. Bulldozer spoot zo nu en dan een straaltje urine op mij terwijl hij soepel en snel zijn achterste in de lucht gooide. Hij knaagde ook op alle luidsprekerkabels en andere rondslingerende elektriciteitsdraden.  Maar helaas, het liep niet goed af: op een eenzame kerstnacht probeerde hij zichzelf uit zijn kooi te ‘bulldozeren’, waarschijnlijk om nog wat draadjes door te knagen. De kooi bleek te sterk en de ‘fluwelen bulldozer’ legde het loodje in zijn laatste poging om zichzelf te bevrijden.”

Dick: “Na klachten van de buurvrouw, die een baby had, begonnen we te repeteren in de kelders van de Barbarossa Bierfabriek. Donker, vochtig en koud. Zoals ik het me herinner, oefenden we terwijl het water op de vloer tot onze enkels reikte.”

Operatie Rhu-Barb

Dick: “In 1985 verhuisde we naar operatiekamers van ORKZ: het was op de tweede verdieping van een oud gekraakt katholiek ziekenhuis in Groningen. De ruimte waarin we speelden, was in feite een oude operatiekamer met de zuurstofventielen nog steeds in de muren. Tjook kreeg al snel een affaire (natuurlijk) met het mooiste meisje dat op dezelfde verdieping woonde. Ze speelde platen van David Sylvian. Ik herinner me liedjes als ‘Brilliant trees; …and there you stand making my life possible’… en ‘Red guitar’” Tjook:” In die tijd woonden veel van onze vrienden en zelfs mijn jongere zus in het gekraakte ORKZ-gebouw: het was een soort ‘Goddeloze  vrije woonvorm’, de perfecte plek om uit het zicht te blijven.”

Op zoek naar een bassist

Tjook: “We bleven zoeken naar extra bandleden en plaatsten posters onder de voorlopige naam ‘Mimicry’. We probeerden ‘Loods’ een dag of twee, maar later veranderde ik de bandnaam in ‘Rhu-Barb’.”

Dick: “Een paar keer speelde er een heel bescheiden jongen met een trompet met ons mee, en hoewel we indertijd met ons tweetjes waren, leek er geen millimeter ruimte beschikbaar om iets toe te voegen. Ik zie nog steeds de wanhopige blik op zijn gezicht. Peter (later directeur van de Mondriaan Stichting), en een goede vriend van Roel (de drummer van Qua Dance), was de eerste die basgitaar speelde met ons. Later probeerde een jongen die Frank hete en ook in het ORKZ-gebouw woonde het. Tot slot reageerde Titus Smid op de posters die we in de stad hadden opgehangen om nieuwe bandleden te krijgen.”

“Titus speelde op een viool bas, het zelfde model als Paul McCartney, en hij was ook de trotse bezitter van een Duracell-konijn. Hij had ervaring met punkbands; ‘Image Damage’ en de ‘Leukoplasters’. Titus was een echte Motown-liefhebber, en is dat hij misschien nog steeds ?! Hoe dan ook, hij bewaarde talloze platen van Motown onder zijn bed in het huis waar hij op dat moment bij zijn moeder woonde. Op een gegeven moment verruilde Titus zijn viool bas voor een vintage Burns basgitaar. Zijn viool bas was absoluut een ludiek instrument met een heel eigen, enigszins plokkerig geluid. Maar de Burns bas maakte de nummers meer solide en had een sterkere verbinding met de lage basgeluiden en het ritme van de drums. het lukte Titus als eerste om een plaats voor zichzelf op te eisen in de Rhu-Barb soundscape. Naast de meer traditionele ondersteunende rol van een bassist, heeft Titus de sfeer van het Rhu-Barbgeluid versterkt en uitgebreid. Van een heel fijne, zachte en melodieuze baspartijen die hij in een vreselijke beukende rag kon veranderen. Dat werkte heel goed met de zang en het gitaargeluid van Tjook.”

Recordings

Tjook: “De eerste opnames maakten we op het platteland bij mijn broer. De oorspronkelijk tapes bestaan helaas niet meer. Een tweede opname deden we in onze oude ORKZ operatieruimte met een lokale geluidstechnicus Alex Hazelaar die daar woonde.”

Dick: “Met Alex wisten we niet echt het geluid dat we zochten. We namen verschillende nummers op onder andere Four Quartets”.

Four Quartets – Rhu-Barb 1984

“Ik herinner me dat we de snaredrum bovenop de vloertom zette om een ​​nog dieper dreun geluid te krijgen. We waren heel tevreden met het resultaat en deden zelfs een lokaal radio-interview dat “Four Quartets ” speelde. Ik herinner me dat een bevriend meisje, die toen in een coffeeshop werkte, onze tape speelde in het café terwijl we een biertje dronken of wat koffie; dat voelde eigenlijk best heel cool op dat moment.”

“De laatste opnames werden gemaakt in het ‘Pop Bureau’, een lokale openbare instelling. We hebben verschillende song ideeën opgenomen in een eendaagse sessie. Ik heb gezocht naar de mastertape van de opnames die we bij het Pop Bureau hebben gemaakt dat een deel van het Simplon Youth Center uitmaakte dat nu niet meer bestaat. Veel van deze soort archieven zijn tegenwoordig ondergebracht bij het GAVA (Groningen Audio Visual Archive). In ieder geval herinner ik me dat onze band opgenomen was in het Pop Bureau. Weet je dat nog? Maar Rhu-Barb is onbekend bij het Groningse poparchief. Jammer dat niemand wist dat we bestonden! Maar achteraf heeft het ook weer iets obscuurs.”

Concerts & Gigs

Rhu-Barb speelde op het ‘Niet Grijs’ – popfestival in Wollendorp

Tjook: “We speelden op verschillende locaties, maar voornamelijk underground scenes. Ik herinner me een concert in ‘De Oude Keukens’ in de ORKZ waar we 2 lange sets achter elkaar speelden. Ons publiek zag er behoorlijk uitgeput uit van waar ik stond, ook al waren ze behoorlijk gewend aan zwaardere doom muziek. We speelden ook op een protest evenement in het oude stads politiebureau dat toen was bezet vlak bij de Martinitoren naast de grote marktplaats in het centrum van Groningen. Dat was best gaaf om te spelen middenin een politiebureau gevuld met de lokale punkers en newwavers.”

Dick: “Ja, we speelden zelfs op de voorrondes bij ‘De Grote prijs van Nederland‘. Een soundcheck konden we wel vergeten, dus het werd een oceaan van lawaai op het podium en dat maakte het onmogelijk om elkaar te horen. Toch schreef Max Palfenier dat we veelbelovend waren in de lokale krant de dag erna. We speelden ook op een groot zomerfestival in Woldendorp op een grote camping, genaamd ‘Niet Grijs’ (198?). Maar het popfestival was een organisatorische ramp; er was gewoon niemand die kwam. Maar we speelden op het voor ons grootste podium, 3 jongens een paar meter van elkaar af en met een publiek van slechts ongeveer 15 mensen, de meesten van hen vrienden. Een ander vreemd optreden was op de kerstconferentie van de Algemene Jeugdbond voor Natuurstudie. Ik herinner me dat we rond 19:00 daar aankwamen en dat er geen eten meer over was in de grote pan in de keuken was. Dus speelden we op een lege maag. Andere locaties waar we speelden waren ‘Cafe onder de linden’ in Roden, het ‘Platformtheater’ gelegen aan het Boterdiep en in ‘De Trefkoel’ in Paddepoel in Groningen ‘Dit waren ongeveer alle optredens die we ons konden herinneren.”

Songs from an operating room

Frost Bite (diptiek) – Tjook 1985

Tjook: “Tja, waar gingen mijn teksten over? Ik denk dat het vrijwel hetzelfde was als mijn visuele werk. Waarschijnlijk voelde het voor de meeste mensen als behoorlijk duister. Ik zou natuurlijk kunnen zeggen dat we intrinsiek deel uitmaakten van het doemsdenken van die tijd, ik denk bijvoorbeeld aan Joy Division, met zijn onontkoombare duisternis, maar ik geloof dat het altijd een deel van mijn karakter is geweest, dus het kwam voor mij zelf destijds meer als serieus en niet als echt somber voor.”

Bill of Love – Rhu-Barb

Titus: “Ik heb altijd het gevonden dat Tjook veel akkoorden in zijn nummers verwerkte en ik voelde dat het niet altijd gemakkelijk was om die aan elkaar te ‘naaien’. Maar toen ik er iets over probeerde te zeggen, zei Tjook dat we gewoon geen eenvoudige hoempapa band waren. Tjook en Dick waren beiden kunststudenten en ik herinner me dat we vaak naar de nacht bioscoop gingen in de Poelestraat en cultfilms als ‘Stranger Than Paradise’ zagen. Het had muziek van Screamin Jay Hawkins ‘I put a spell on you’ Het was een geweldige film we vonden allemaal. Als een bassist was ik een grote fan van Jah Wobble. Mijn baspartij in ‘God Is A Prisoner ‘ was in ieder geval geïnspireerd door zijn muziek.”

God is a Prisoner

God Is A Prisoner – performed by Rhu- Barb
All the restless races 
Of the mind to get free
Free from the coercion 
Of the 'animal me'
All the promised power 
That lies just beyond
It wants to be the god 
And not the mortal in yourself 

But god is a prisoner 
Of the people that pray 
God is a prisoner 
In oh so many a way 
All the people that kneel down 
Just in order to win
All the promised glory, 
They know where to begin

First they make up the rules 
For all the guilt and the sin 
Then they sell out their souls and 
They'll be crowning their king 

But your god is a prisoner, 
A prisoner of prayers 
And seldom a listener, 
Seldom that he cares 

Facing up to the limits 
Facing up your the limits of soul tonight
Facing up to the limits of your life tonight 
Facing up to the limits of your time tonight 
Face up to the world and be strong tonight.. 

©Tjook - Groningen 1984

Playlist

Terugkijkend…

Tjook: “Ik denk nog steeds dat we toen een aantal goede nummers hebben gemaakt. We hebben in ieder geval echt hard en intens gewerkt, maar we hebben natuurlijk niet genoeg energie gestoken in het krijgen van optredens, we hadden geen agent en uiteindelijk ging de fut er een beetje uit en we werden helaas niet op tijd ontdekt. Dick heeft gelijk: ‘We blijven een onbekende een obscure eighties band uit Groningen.”

“Ik verhuisde in 87 naar het westen van Nederland en probeerde een leven op te starten als beeldend kunstenaar terwijl ik ook voor een master psychologie studeerde. Ik bleef nummers schrijven en speelde een beetje met een paar engelse muzikanten die in de buurt woonden. Ook nam ik zelfs enkele nummers op een 4-track samen met Dick in mijn kunstenaarsstudio in Leiden. Nummers als Nobody man op met een mooi pianostuk van Dick en No prayer around‘. Titus vertelde me een groot aantal jaren later,, toen ik hem kort in Vera in Groningen ontmoette, dat ik de reden was dat hij begon te drinken. Ik dacht: je geeft me echt teveel eer Titus, maar bedankt hoor.”

“In 1990 werd ik verliefd op een Noorse zangeres die behoorlijk jonger was dan ik. Ze had een eigen band in Noorwegen en ik hielp met een paar van haar nummers terwijl we samen in Den Haag woonden. We zijn in 1997 naar Noorwegen verhuisd, maar de relatie viel kort daarna uit elkaar. Ik woon nog steeds ergens in de Noorse bossen in de buurt van Oslo en af ​​en toe schrijf nog steeds een nummertje.”

“Dick hield zich meer bezig met naturfilm en fotografie van vogels en later won hij de ‘One Minute Award’ van het kortfilmfestival ‘Theoneminiutes’ in Amsterdam met een film over een korte ontmoeting tussen boomvalken. Hij werkte voorts ook cameraman, programma-ontwikkelaar en camera-instructeur bij Oog TV . Titus bleef actief als musikant en hij speelde in diverse bands in Nederland zie The Beavers, The Dactaris, The Firebirds .”

“Dick en Titus wonen nu ver van mij vandaan daar beneden in Nederland, en dit korte verhaal is in de eerste plaats een poging tot een soort dankwoord of eerbetoon aan Dick en Titus, maar ook aan het jaren tachtig-tijdperk dat ons en onze creativiteit samenbracht. Voor mij was het een buitengewone ervaring en een onschatbaar deel van mijn leven en naar mijn mening ook van de obscure Groningse popgeschiedenis.”

–//–